Ongeveer een jaar geleden is de gemeente Coevorden samen met een aantal partners gestart met het project Vroegsignalering van schulden. Dit met als doel om een grotere schuldenachterstand van inwoners te voorkomen. Hoe is het afgelopen jaar verlopen en werkt het project zoals vooraf bedacht? Een goed moment om terug te blikken. Alvast een korte conclusie: de ervaringen tot nog toe zijn positief.
Meer verantwoordelijkheid
Begin 2021 is de Wet Gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) aangepast met voor gemeenten meer verantwoordelijkheid in vroegsignalering en het bieden van hulp. Dat was voor de gemeente Coevorden aanleiding om zich aan te sluiten bij het Landelijk Convenant Vroegsignalering. Gemeenten ontvangen via een landelijk systeem van signaalpartners een melding over betalingsachterstanden waarbij nog geen escalatie van de achterstanden heeft plaatsgevonden. Het gaat hierbij om betalingsachterstanden op vaste lasten, zoals huur, energie, water en zorgverzekering. Daarop wordt, indien nodig, actie ondernomen. Denk aan het versturen van brieven, telefoontjes en huisbezoeken. De insteek is vooral intensiever contact met de inwoners om vroegtijdige achterstanden te kunnen signaleren om zo grotere financiële problemen te voorkomen.
Contact
Sissy Venema en Melanie Coenraads, beiden preventiecoördinator Vroegsignalering bij de gemeente Coevorden, voeren het project uit. Zij vertellen dat het lastig is om in contact te komen met inwoners. “Als het contact wel tot stand komt, dan wordt dit door beide partijen als positief ervaren.”
Voorheen werden vanuit de gemeente Coevorden alleen brieven verstuurd. Inwoners met een betaalachterstand ontvangen nog steeds een brief, maar daarnaast wordt ook telefonisch of per e-mail contact opgenomen met de inwoners. “Wij merken dat we hierdoor meer mensen bereiken. Inwoners weten ons nu beter te vinden. Doordat wij ook telefonisch contact opnemen, hebben wij soms telefonisch al mooie gesprekken. Daarnaast zijn er inwoners waar meer hulp en/of advies nodig is. Daar gaan we dan op huisbezoek als zij hiervoor openstaan.” Sissy en Melanie merken wel dat nog niet iedereen daarvoor openstaat. “Sommige inwoners willen het eerst zelf proberen op te lossen. Anderen zijn niet blij met de ‘bemoeienis’ van de gemeente, wat soms komt omdat wij onjuiste informatie hebben ontvangen van signaalpartners. Maar de meeste inwoners die wij hebben gesproken, zijn positief.”
20 tot 30 contacten per maand
Toen alleen brieven werden verstuurd, waren er maar 1 of 2 reacties per maand. Dit leidde in de meeste gevallen niet tot hulpverlening. Nu zijn er per maand ongeveer 20 tot 30 contacten met inwoners, waarvan circa 5 tot een traject of advies leidden.
Of deze nieuwe werkwijze daadwerkelijk het voorkomen van een grotere schuldenachterstand tot resultaat heeft, vinden ze moeilijk te zeggen. “Dat kunnen we niet concreet vaststellen, maar we gaan er vanuit dat mensen zich eerder aanmelden voor hulpverlening omdat we actief contact zoeken. Ook denken wij dat we soms met een adviesgesprek inwoners weer op weg kunnen helpen om te voorkomen dat ze financiële problemen krijgen of dat de problemen groter worden. Daarnaast werkt de brief of WhatsApp die we sturen als herinnering, waardoor mensen hun rekening vaak alsnog betalen.”
Stabiel
Een afname in (dreigende) afsluitingen van gas/water en elektriciteit en het aantal vorderingen van de zorgverzekering zien de twee collega’s niet. “Maar gezien de situatie is het al een mooi resultaat dat het stabiel blijft.”
De pilot duurt in totaal twee jaar. Het project Vroegsignalering valt onder het Programma ‘Kansrijk opgroeien’. De financiering is ook geborgd vanuit het programma. De komende maanden wordt een advies opgesteld over voortzetting van de werkwijze.